Procol HarumBeyond
|
|
PH on stage | PH on record | PH in print | BtP features | What's new | Interact with BtP | For sale | Site search | Home |
Het concert van de legendarische Britse band Procol Harum was al weken volledig uitverkocht, een zeer enthousiast publiek van relatief hoge gemiddelde leeftijd had zich al vroeg in de avond in lange rijen voor de deur van het theater gemeld. Gelukkig was het een mooie zonnige donderdagavond, het was prettig toeven in het avondzonnetje met lotgenoten en mede fans. Het betrof hier het eerste optreden in tijden, een aantal losse optredens door Europa in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Zwitserland en Duitsland en in december zelfs Finland. Het was voor mij al weer ruim dertien jaar geleden, in maart 2003, dat ik de band voor het laatst zag optreden, ook toen in de Boerderij, maar nog met oorspronkelijke toetsenist Matthew Fisher als bespeler van zijn onafscheidelijke Hammond orgel. Een uitstekend optreden voor zover ik me kan herinneren.
Ik schrok eigenlijk in eerste instantie bij de opkomst van de band: daar liep een echt oude man, de jaren (bijna 71 jaar) zijn hem inmiddels aan te zien. Hij had overduidelijk problemen met zijn ogen, keek voor het overgrote deel met toegeknepen ogen naar zaal en instrument. Opmerkelijk ook dat zijn teksten in wit op zwarte bladzijden stonden geschreven. Die uiterst herkenbare wat rauwe zangstem was zeker in het eerste gedeelte van het concert niet optimaal, ik heb hem wel eens beter horen zingen. Ook zijn pianospel was anders in mijn perceptie, met een zachte, bijna delicate aanslag. De tweede helft daarentegen was een stuk beter, zowel zijn stem als zijn pianospel leken wat meer vuur te bevatten dan voor de pauze. Misschien had dat ook met de keuze van het materiaal te maken, de overbekende nummers zaten met name in het laatste deel van de show.
Gelukkig was hij nog steeds gezegend met die typische Engelse humor,
'quintessential English’ zoals de Britten zelf zeggen. Op een gespeelde, zure
manier vertelde hij zijn mini verhaaltjes. Zijn nostalgische mijmeringen over de
goede oude tijden met limousine, rijsttafel en zoveel drank als je op kon in
tegenstelling tot de recente busovertocht per ferry en bitterballen en kroketten
als avondeten. Zijn rake typering van ons Hollanders die hun land in augustus
leeg achterlaten om met hun caravans volgeladen met in eigen land gekochte
aardappelen over de snelwegen richting het zuiden te jagen. Of wat te denken van
zijn naar eigen zeggen enige politieke statement: Tony Blair should go to
prison. Zijn drankje op het podium, jenever, en de vraag aan de eerste rijen of
het te ruiken valt, heel grappig allemaal. De running joke, zijn fake gesprekjes
met zijn vrouw per mobiele telefoon (yes darling it won’t be long, no darling, I
can’t play any faster). Schitterend allemaal, het publiek kreeg er geen genoeg
van.
En zelfspot is hem ook niet vreemd, zoals over de keren dat hij met pensioen is
gegaan, drie keer zelfs naar eigen zeggen in '66, '78 en '88. Over zijn
obsessie als sportvisser tot wanhoop van zijn vrouw. Wat overigens een prachtig
album en dito song heeft opgeleverd, The Angler van Lead Me To The Water. Hij
heeft sowieso een aantal geweldige solo-elpees geproduceerd eind ‘70 (No More
Fear of Flying '79) en begin '80 (Lead Me to the Water ‘82 en Echoes
in the Night '85) die absoluut het beluisteren waard zijn. Terug naar het optreden.
Openingsnummer Shine on Brightly werd gevolgd door een favoriet van mij,
An Old
English Dream. Daarna werden The Blink of an Eye, Holding On en een
geïnspireerde versie van Homburg gespeeld. Wij werden vervolgens getrakteerd op
goede uitvoeringen van Grand Hotel, nog een persoonlijke favoriet, en
Conquistador waarna een korte pauze werd ingelast om de heren op leeftijd de
tijd te gunnen op adem te komen.
Na de pauze kwam de band sterker terug met achtereenvolgens The Truth Won’t Fade
Away, Whaling Stories en Man with a Mission. Strangers in Space
werd opgesierd
met een mooie bassolo op vijfsnarige basgitaar van Matt Pegg, ja inderdaad de
zoon van de bekende Jethro Tull en Fairport Convention bassist, met 45 jaar de
benjamin van het stel. Het uit 1975 daterende Pandora’s Box kreeg een prachtige
Hammond solo mee van Josh Phillips. Whisky Train uit 1970 van de hand van
toenmalig gitarist Robin Trower en tekstschrijver Keith Reed [sic] is een heerlijk
stampende blues met dito gitaarsolo van oudgediende Whitehorn. Tijdens Skip
Softly (My Moonbeams) meende ik zelfs een stukje Concerto De Aranjuez door
Brooker op piano te mogen waarnemen. A Salty Dog met intro van zeemeeuwen op
gitaar sloot het reguliere deel van het optreden af. Direct gevolgd door de
onvermijdelijke toegift A Whiter Shade of Pale, oh ja nog eentje geloof ik,
aldus Brooker. En daarmee was het gedaan voor deze avond.
We zagen deze avond een hecht spelende band met uiterst competente musici zonder
uitschieters. Dat geldt zowel voor gitarist Geoff Whitehorn, de goedaardige reus
gewapend met zijn Les Paul Gold Top tot en met organist en tweede toetsenist
Josh Phillips die zijn partijen op uiterst professionele wijze speelde zonder op
te vallen. Allemaal werden ze beloond met een kleine solo spot, waarbij de
drumsolo wederom niet bijster interessant was. Verder was het vooral Follow The
Leader, met argusogen keken de bandleden naar hun dirigent en onbetwiste
bandleider. In ruim twee uur werden 17 songs gespeeld, een mengeling van de oude
hits en nummers van meer recente (hoewel…) albums als The Well’s on Fire uit
2003. Zoals we inmiddels gewoon zijn in de Boerderij was het geluid en licht
weer prima geregeld, geen moderne LED schermen deze keer, maar een simpel en
effectief old skool logo op een gordijn, heel verfrissend.
Ik hoor natuurlijk wel eens de vraag of dit nu wel of niet prog is: luister maar
eens goed naar Grand Hotel of Conquistador en vertel me daarna maar wat je ervan
vindt. Deze band vormde midden in de jaren zestig de voorhoede van symfo/prog
samen met tijdgenoten The Moody Blues, ruim Yes / Genesis / ELP hun
intrede deden op het podium van de rockmuziek. Hulde voor deze iconen en blij te
constateren dat ze er nog steeds zijn en nog kunnen rocken ook. Maar
onwillekeurig bekroop mij het gevoel dat we hier misschien wel voor de laatste
keer getuige zijn geweest van één van de iconen van de popwereld. Ik hoop van
harte dat ik het bij het verkeerde eind heb.
Procol dates in 2016 | Booking
PH on stage | PH on record | PH in print | BtP features | What's new | Interact with BtP | For sale | Site search | Home |